Huis ter Duin

Deze column verscheen eerder in LINDA.

We waren op ons jaarlijkse uitje, mijn moeder en ik. Althans, dat was wat ik tegen de mannelijke receptionist zei. ‘Het is ons jaarlijkse uitje.’ En daarna tegen mijn moeder: ‘Dan weet je meteen wat je verjaardagscadeau volgend jaar is.’
We sliepen in ons favoriete hotel in Noordwijk aan zee, waar het publiek zeer uiteenlopend is. Vorig jaar was ik er met mijn vader, wat vooral achteraf geweldig was. Hij wilde bij het ontbijt al weten hoe laat we in de avond gingen eten en waar. En toen ik een sappig gesprek volgde van achter een windscherm van twee vrouwen die net gescheiden waren -de een bedrogen, ze vertelde gedetailleerd hoe ze erachter kwam- praatte hij er continu doorheen. Toen ik geagiteerd gebaarde dat hij stil moest zijn, vroeg hij luid: ‘Wat is er? Wie zitten daar?’
Maar nu was ik met mijn moeder die meteen een codewoord wilde afspreken voor als de een zijn mond moest houden: cola. De eerste keer dat ik het gebruikte, was ze het alweer vergeten: ‘Cola? Wil je geen wijn?’
In de avond aten we beneden in het restaurant. De tafel naast ons was leeg, die daarnaast werd bezet door een bejaarde, Duitse man en een Duitse vrouw met een Zuid-Aziatisch uiterlijk van nog geen 30. Het codewoord deed er niet meer toe. Toen ik iets wilde vertellen, siste ze: ‘Stil!’ 
De oude man, gele broek, bruin hemd, bestelde een fles roséchampagne. De vrouw scrolde emotieloos door Facebook. Ze keek stoïcijns op toen hij vertelde dat hij hier een jaar geleden ook was en dat het toen ook onweerde.
‘Misschien is het de thuishulp,’ zei mijn moeder.
Tegen de ober, een Oostenrijkse, zei de man: ‘Ich komme fast hundert Jahre hierher. Ich bin einundachtzig.’
Daarna zei hij dingen die mijn moeder voor me moest vertalen. ‘Hij klaagt dat de minibar leeg is en dat ze niet met corona als excuus moeten aankomen.’ Ze zei het zacht, zonder haar lippen te bewegen. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes om het te verstaan. Hij klaagde intussen luid verder. Er vloog wat tartaar uit zijn mond, dat hij met een trillerige wijsvinger weer zijn mond induwde. 
‘Misschien moet ze straks met hem naar bed,’ zei ik. 
Mijn moeder kreeg bijna een wegtrekker. ‘Daar moet ik van huilen, weet je dat?’ 
De chef stond inmiddels aan hun tafel, hij zei dat er altijd roomservice was. De man wuifde het weg. Zijn gezelschap keek opzichtig opzij, weg van het tafereel, en leunde met haar hoofd op haar hand.
‘Hij geeft haar nu geld,’ zei mijn moeder. ‘Hij zegt dat ze volgende maand 450 euro krijgt.’ 
De vrouw klaarde zichtbaar op, liet zich bijschenken, lachte, en betrok hem bij een grappig Facebookfilmpje.
Toen we hem even later in zijn eentje in de lobby zagen, vroeg de man aan een medewerker waar zijn (…) was.
Omdat ik op dat moment tegen mijn moeder zei dat ze er goed uitzag, kon ze dat woord niet verstaan. Ze nam het me de hele avond kwalijk. ‘Ik neem jou nog eens mee.’  

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *