Deze column verscheen eerder in Het Parool.
Mijn tante belde.
‘Stef, ik ben een beetje depri.’
Ze was voor de vierde keer gezakt voor haar theorie-verkeersexamen.
‘En ik heb gisteren nota bene van twee tot zes geleerd bij een Turkse familie. Die laten je dan oefenen bij hun thuis. Wat verschrikkelijk gezellig is trouwens.’
De Turkse jongen had een dia laten zien met daarop een foto van een vrouw met autopech die vóór de vangrail stond.
‘Is dit juist of niet?’, had ‘ie gevraagd. Daarna: ‘Nee! Dit is fout. Altijd vrouwen die fout doen.’
Mijn tante had als enige gelachen.
‘Kijk niet zo boos!’, riep ‘ie naar het klasje. ‘Ik maak grapje!’
De eerste keer kostte het oefenexamen 165 euro. De tweede keer kreeg ze korting en kostte een halve dag oefenen nog maar 65 euro. De derde en vierde keer hadden ze 50 euro gevraagd.
‘Ik ben vergeten te vragen hoeveel het kost als ik een vijfde keer wil komen.’
Oom P. had me toevertrouwd dat het goedkoper zou zijn als mijn tante vanaf nu een taxi nam als ze ergens naartoe wilde.
Op de achtergrond hoorde ik hem iets roepen.
‘Wat roept P.?’, vroeg ik.
‘Niks joh. Dat het steeds goedkoper wordt.’
Ze schaamde zich inmiddels; al helemaal omdat ze de eerste keer minder fouten had dan de vierde keer.
‘Je wordt steeds onzekerder, hè. Ik duwde trillend die knoppen in.’
Mijn 22-jarige neefje had haar via whatsapp een berichtje gestuurd: ‘Mam, kappen met die shit.’
De mensen achter de balie herkenden haar inmiddels. Ze zeiden dat het de vierde keer vast moest lukken en hadden ‘toi toi toi’ geroepen met zijn allen, hun vuisten daarbij in de lucht gebald.
Na het examen hadden de Turkse jongens van het oefenexamen haar opgewacht.
‘Ze zijn heel erg betrokken; willen heel graag dat je het haalt,’ zei ze.
Alleen de oordoppen die bij het tentamen waren klaargelegd had ze niet gebruikt. Daarmee kon je naast het lezen van de vragen ook naar de vragen luisteren.
‘De Turkse jongen dacht dat het daaraan lag. Hij vond het niet slim van me.’
‘En vind je het echt geen idee om een taxi te nemen als je ergens naartoe wilt?’ probeerde ik.
‘Ah, Stef, begin jij nu ook al? Het gaat me vooral om de vrijheid die je met een rijbewijs krijgt. Het idee dat je elk moment ergens naartoe kunt.’
Ze liet een stilte vallen en nam een hijs van haar sigaret.
‘In het leven gaat het volgens mij vooral om het idéé dat je ergens naartoe kunt.’
Ze heeft gelijk.