Moeders

Deze column verscheen eerder in Het Parool. 

Ik had me opgegeven voor een speeddate-event. Er was een teveel aan mannen. Blijkbaar ging het goed met de vrijgezelle vrouw in Amsterdam.

Daarom ging ik op zaterdagavond naar een restaurant met paarse verlichting om twaalf mannen, voornamelijk expats, te ontmoeten.

De vrouwen kregen een vaste plek aan de bar. De mannen moesten steeds per vijf minuten wisselen van plaats.

“Wat wil je drinken?” vroeg de vriendin met wie ik was.
Ik had de hele maand nog geen alcohol gedronken, maar besloot dat nu spontaan te doorbreken.
“Doe maar een cocktail”, zei ik.
“Welke?”
“Doe maar iets, een Bloody Mary met extra Tabasco zonder citroen ofzo”.

Voor me lag een vragenlijst met nogal omslachtige vragen. Zoals: “If you had to go to jail because of one of your bad habits, what would you be thrown in jail for?”

Ik verzon mijn vragen zelf wel.

“Mis je je ouders?”, vroeg ik aan de expats. Een vraag waarmee je meteen lekker de diepte in ging. “En wie het meest, je vader of je moeder?”
Alle Indiërs kozen zonder twijfel voor hun moeder.

Een Poolse expat met wie ik in gesprek was, had een groot stuk van zijn voortand af. De tand had de vorm van een pijl. Hij had vast nog geen tandarts in Amsterdam, maar het voorval bleek te zijn gebeurd toen hij zes was. Wie hij het meest miste? Zijn moeder.
Vijf minuten later zat er een Nederlandse man tegenover me. Hij had zijn mond een beetje open, volledig ontspannen. Iets wat soms te wijten is aan een minder hoog IQ, maar hij bleek advocaat octrooirecht.
Omdat zijn beide ouders gewoon in de buurt woonden, gooide ik het gesprek op zijn schoeisel. Het liet zich het beste vergelijken met zwarte, rubberen surfschoentjes, maar dan met uitgesneden tenen. Als de klauwen van een hagedis.
“Het is veel natuurlijker om je tenen te kunnen bewegen”, was zijn uitleg.
We keken allebei naar zijn voeten.
“Beweeg ze eens”, zei ik.
“Dat doe ik”.
“Ik zie het niet”.

Alleen de Wit-Rus zei niet te kunnen kiezen tussen zijn ouders.
“Je moet!”, zei ik.
“Ik weiger te kiezen!”
“Maar je móet!”, drong ik aan.
Hij zuchtte diep en schudde zijn hoofd: “Mijn moeder”.

In de tram besprak ik de avond met mijn vriendin.
“Als een van die mannen ook maar een beetje op jou lijkt, ligt hij vannacht wakker van schuldgevoel tegenover zijn vader”, zei ze.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *