Deze column verscheen eerder in Het Parool.
Het was donderdagavond half zes. De eerste warme dag. Mensen zaten rokend en drinkend op het terras. Ik reed op mijn geweldige, nieuwe omafiets door de stad, die ik net bij iemand van Marktplaats had opgehaald, toen vriendin H. belde dat ze in de buurt was. Of ik zin had om een glas witbier te drinken.
“Kijk! Nieuw!”, zei ik over mijn fiets. “Mooi?”
“Heel mooi! Handig om zo’n krat erop te hebben. Degelijk, dat wel”.
H. zocht alvast een plek in de zon. Ik maakte mijn fiets met een groot kettingslot aan de reling van de brug vast.
“Ik heb al besteld!”, zei ze.
“Met citroen?”, vroeg ik.
Ze knikte.
“Had je goed kunnen afdingen op de fiets?”, vroeg ze.
“Nope. Volle pond.”
Na het tweede witbier bestelden we bitterballen. Twee jongens vroegen of ze misschien aan onze picknicktafel mochten aanschuiven. Tuurlijk! Van ons mocht alles. Vandaag scheen de zon.
H. moest naar de wc. “Jij nog een biertje? Bestel ik het aan de bar”.
Met mijn ogen dicht keek ik naar de zon. De bel van de brug rinkelde. Ik opende mijn ogen en draaide me om. De brug werd opgehaald. De brug waartegen ik mijn fiets had gezet.
Mensen lachten gesmoord.
Mijn fiets bungelde aan de reling.
“Dat wordt een vouwfiets,” hoorde ik naast me.
Een ander: “Welke mongool zet daar nu zijn fiets neer?”
“Een toerist”, antwoordde iemand.
“Of een import-Amsterdammer”. Weer een ander.
Ik zweeg.
H.kwam naar buiten lopen met twee bier in haar handen. Bij het zien van de brug riep ze uit: “STEF!! JE FIETS!”
Ze bleef er staand naar kijken, haar blik van mij en weer naar de brug. Met mijn ogen gebood ik haar te komen zitten. Ze gehoorzaamde. Haar hoofd verborgen in haar handen. Van het lachen. Ik keek om me heen. Een van de jongens naast me aan tafel klopte op mijn schouder. “Het is maar een fiets”.
En toen moest de brug nog dicht. Als die pleziervaart eindelijk voorbij was.
De krat was niet tegen de zwaartekracht opgewassen. Hij viel eraf en gleed langzaam van het asfalt naar beneden.
De brug ging dicht. Mensen gingen verder met eten en drinken.
H. ging de situatie van dichtbij bekijken. De schade: het voorwiel was verdwenen en het frame verbogen.
Zelf ging ik een andere keer kijken. Morgenochtend ofzo. Als iedereen nog sliep.
Erg leuk
Verstuurd vanaf mijn iPad